maandag 13 februari 2012

Ohren freimachen

“Ohren freimachen”, snauwde de Oost-Duitse grensbeambte.
Mijn haar was de laatste weken weer over mijn oren gegroeid, waardoor de foto in mijn paspoort blijkbaar niet meer met de werkelijkheid overeenkwam.
“Gut dass ich sie heutmorgen saubergemacht habe”, antwoordde ik, terwijl ik met mijn hand de haren voor mijn rechteroor wegveegde.
“Sauber machen ist des Bürgers Pflicht”, reageerde de man bars. Het was duidelijk dat ik beter verder mijn mond kon houden.

De grensovergangen tussen Oost- en West-Berlijn waren een crime. Voor Nederlanders waren twee overgangen beschikbaar: Checkpoint Charly en de Bahnhof Friedrichstrasse. Ik wisselde ze zoveel mogelijk af. Het voordeel van Checkpoint Charly was dat je tenminste in de buitenlucht stond te wachten. De hal van Bahnhof Friedrichstrasse was om claustrofobisch van te worden. Als ik er aan terugdenk ruik ik nog steeds de benauwde, muffe geur, zie ik de lange wachtrijen en hoor ik de door-en-door chagrijnige grensbeambten.

De vroege zondagochtend van het “Ohren freimachen” had ik voor de benauwde hal gekozen, omdat je van daaruit snel op de S-Bahn naar Alexanderplatz kon stappen. Ik was vroeger dan anders. Het zou mooi weer worden. Met vrienden had ik afgesproken naar hun tuinhuisje aan de rand van Oost-Berlijn te gaan. Aan het eind van de middag waren we weer terug in Prenzlauer Berg. Na het eten was het toch weer zo laat geworden dat ik me naar Friedrichstrasse moest haasten om net voor middernacht doodmoe over de grens terug naar West-Berlijn te kunnen. Mijn Tagesvisum was tot 24.00 uur geldig en geen seconde langer.

“Abend. Ausweis bitte”, zei de grensbeambte.
“Bitte schön”, antwoordde ik lusteloos en ik gaf mijn paspoort zonder de man aan te kijken.
“Und? Sind die Ohren immer noch sauber?”, klonk het luid en goedbedoeld.
Verdomd, dacht ik, dezelfde man als vanochtend. Ik was weer klaar wakker.
“Ach, arbeiten sie immer noch?”, vroeg ik verbaasd.
“Ach nein, ich war zwischendurch mal weg”.

Een enkele keer, het was werkelijk een zeldzaamheid, was er iets van contact en verstandhouding met de Oost-Duitse grensbeambten.

Erik de Graaf

dinsdag 7 februari 2012

Georg Heyms schaatsdood


Hij was nog maar 24 jaar en gold als veelbelovend dichter. Op 16 januari 1912 verdronk Georg Heym tijdens een schaatstocht op de Havel bij Berlijn. Vermoedelijk bij een poging om zijn vriend Ernst Balcke, die door het ijs was gezakt, te redden. Beiden overleefden de koude Havel niet.

Acht jaar na zijn dood nam Kurt Pinthus dertien gedichten van Georg Heym op in de expressionistische gedichtenverzameling Menschheitsdämmerung, waarover ik ooit al eens schreef. Heym was een van de zes dichters, die de publicatie van de bloemlezing niet meer meemaakten. Vier anderen sneuvelden enkele jaren later in de Eerste Wereldoorlog. Sinds Pinthus' Menschheitsdämmerung geldt Heym als een van de belangrijkste Duitse dichters en als wegbereider van het expressionisme.

Heym maakte de Eerste Wereldoorlog dus niet meer mee, maar in zijn bijna apocalyptische gedichten lijkt het alsof hij alle ellende voorvoeld heeft. Zwaarmoedigheid, levensangst en de waanzin van de metropolen voeren de boventoon in gedichten als Die Dämonen der Städte en Der Krieg. Alsof hij de ondergang van de wereld voorspeld. Geen gezellige kost. Toch prachtig.

Erik de Graaf

PS: de liefhebbers kunnen Georg Heyms Der Krieg (1911) lezen bij Artists against the War.

vrijdag 3 februari 2012

In de tuin van Angela Merkel


In december schreef ik over Ringo Starrs veelkleurige “knotted gun". Een pistool met een knoop in de loop als symbool tegen geweld, die hij naar aanleiding van de 31e verjaardag van de moord op John Lennon presenteerde.

Ik wees er op dat er sinds 1988 een reusachtige “knotted gun” voor het gebouw van de Verenigde Naties in New York staat. Het kunstwerk heet No Violence en is gemaakt door de Zweedse kunstenaar Carl Fredrik Reuterswärd. Die was overigens net als Ringo geïnspireerd door de moord van Michael Chapman op Lennon.

Reuterwärds boodschap tegen het geweld heeft zich sinds 1988 over zestien Europese en Amerikaanse steden verspreid. In februari 2011 was ik vergeefs op zoek naar de Berlijnse replica, die volgens mijn informatie ergens in de tuin van het Kanzleramt (zie bovenste foto) moest staan. Fietsend rond Merkels kantoor kon niemand me vertellen waar ik het geschenk van Reuterswärd aan kanselier Gerhard Schröder uit 2005 kon vinden, ook niet de gids met een groep Japanse toeristen.

Later begreep ik dat ik aan de verkeerde kant van de Spree had gezocht. Het zogenaamde Kanzlerpark was veel groter dan ik dacht, maar ook veel ontoegankelijker dan ik hoopte. Hoe blij de Duitse regering indertijd was met het monument voor de vrede blijkt wel uit de moeite die je moet doen om het beroemde kunstwerk op de foto te krijgen. Staand op de leuning van de bankje aan de Spree en leunend op de schouder van mijn zoon kon ik met mijn fototoestel hoog boven mijn hoofd moeizaam een glimp van de “knotted gun” opvangen (zie onderste foto).

“Wat is daar te zien?”, vroegen mensen die daar dagelijks hun hond uitlaten. Intussen kijkt Angela Merkel vanuit haar werkkamer tegen het beeld aan. Ik ben benieuwd wat zij ervan vindt. In ieder geval is ze nog nooit in het park achter haar kantoor gesignaleerd, las ik pas. Behalve dan op weg naar de helikopterlandingsplaats in de tuin.

Erik de Graaf

woensdag 1 februari 2012

Bismarck spreekt


Bismarck heeft gesproken en we hebben hem nu eindelijk in het echt kunnen horen. Vorig jaar werden enkele 122 jaar oude geluidsopnamen uit het laboratorium van de Amerikaanse uitvinder Thomas Edison ontcijferd. Groot nieuws want eindelijk kon worden bewezen dat de rijkskanselier Otto von Bismarck geen piepstemmetje had, zoals vaak werd verondersteld.

In 1878 vroeg de Edison een patent aan op zijn fonograaf, waarmee hij geluid kon opnemen en weer kon afspelen. Edison gebruikte daarvoor zogenaamde wasrollen, een mengsel van paraffine en bijenwas. In 1957 werden enkele oude wasrollen uit Edisons erfenis gevonden, maar het duurde tot vorig jaar dat eindelijk het verhaal achter de geluidsopnamen duidelijk werd.

In 1889 en 1890 reisde Theo Wangemann, een Duitse medewerker van Edison, naar Europa om de fonograaf te demonstreren en om de hoge kringen van het belang ervan te overtuigen. Wangemann reisde naar de Parijse wereldtentoonstelling en vervolgens naar Berlijn. In september 1889 demonstreerden Wangemann en de inmiddels ook naar Duitsland gevaren Edison de fonograaf aan het hof van keizer Wilhelm II in Potsdam. De keizer was enthousiast, maar weigerde in het apparaat te spreken. De zevenjarige kroonprins mocht wel wat zeggen.

Twee weken later had Wangemann wel succes bij Bismarck. De rijkskanselier had volgens Wangemann een boodschap aan alle Duitsers voorbereid, maar op het laatste moment besloot hij tot wat “gekkigheid”. Zo leren we Bismarcks stemgeluid nu kennen aan de hand van wat losse liederen en gedichten. “In good old colony times, when we lived under the king”, droeg Bismarck gedreven voor. Om vervolgens in een dikke minuut flarden van het Franse volkslied, een studentenlied en een gedicht van de romantische dichter Ludwig Uhland te reciteren. Hij besloot met een wijze raad aan zijn zoon om vooral maat te houden bij “Arbeit, Essen und Trinken”.


De Realpolitiker Bismarck had niet door dat hij zijn politieke boodschap nog tot ver na zijn dood had kunnen laten doorklinken. Hetzelfde gold voor de Russische tsaar Alexander III, die in oktober 1889 in de Russische ambassade in Berlijn nauwelijks onder de indruk van Edisons fonograaf was en met geen woord tegen de wasrol wenste te spreken.

In tegenstelling tot Bismarck, de Duitse keizer en de Russische tsaar schatte de stokoude generaal Helmuth von Moltke, geboren in 1800, de fonograaf wel op waarde. “Deze nieuwste uitvinding van de heer Edison is inderdaad verbazingwekkend”, sprak de strateeg uit de Frans-Duitse Oorlog van 1870 op 90-jarige leeftijd. “Ze maakt het mogelijk, dat een man die al in zijn graf ligt, nog eenmaal zijn stem verheft en het heden begroet”. Moltke stierf een jaar later. Waarschijnlijk is zijn stem de oudste die nu nog te beluisteren is. Dankzij Edisons fonograaf.

Erik de Graaf